Onderzoekend leren is een krachtige methode om kinderen te helpen zich heel breed te ontwikkelen. Binnen de 21e eeuwse vaardigheden komt het onderzoekend leren dan ook uitgebreid aan bod, samen met een heel curriculum aan andere vaardigheden (waaronder kritisch denken, informatievaardigheden, samenwerken en communiceren).
Met het pakket “35 onderzoeksvragen” kunt u als leerkracht een bijdrage leveren aan dit onderzoekend leren. In dit artikel leg ik uit wat de 35 onderzoeksvragen zijn en hoe ze in de klas gebruikt kúnnen worden. Met de nadruk op kúnnen, want er zijn natuurlijk talloze mogelijkheden!
35 onderzoeksvragen
De 35 onderzoeksvragen zijn samengesteld uit zomaar wat vragen die kinderen bezig kunnen houden. De vragen zijn zeer breed georiënteerd en beslaan meerdere vakgebieden en categorieën, zoals:
- Dieren
- Biologie
- Aardrijkskunde
- Geschiedenis
- Maatschappij
- Politiek
- Techniek
- Mythologie
- Varia
De kaarten zijn een uitgangspunt om onderzoek te doen. Het doel is dus om informatie te vergaren, kennis te delen, kennis te vertalen, bronnen te zoeken, bronnen te vergelijken, discussie en samenwerking aan te gaan, eventueel stelling te nemen én kritisch terug te kijken op het eigen handelen (product- en procesgericht).
Gebruik
Het gebruik van de vraagkaarten (die kunnen online gedeeld worden, maar ook worden uitgeprint en eventueel gelamineerd) staat de leerkracht natuurlijk helemaal vrij. Ze kunnen voor een select groepje worden gebruikt (ter verdieping), maar ook door de hele klas. Sommige kaarten kunnen zelfs gebruikt worden in plaats van lessen uit de methode.
Zoals te zien is beslaan de kaarten soms meerdere categorieën. Dat zijn uitgangspunten. Bij de kaart over “Waarom was Christopher Colombus zo bekend” kunnen kinderen allerlei kanten op met hun onderzoek. Ze kunnen:
- onderzoeken wie Christopher Colombus was en een biografie van hem maken (geschiedenis)
- de route in kaart brengen die Colombus voer voor hij Amerika ontdekte (aardrijkskunde)
Natuurlijk is het ook mogelijk om beiden te doen.
Zo breed mogelijk onderzoeken
Het is de bedoeling dat kinderen geprikkeld worden om het onderzoek zo breed mogelijk op te pakken. Zodra ze een onderdeel af hebben, zouden ze eigenlijk moeten kijken of er nog meer uit te halen valt. Dat kan ook nadat er gepresenteerd is of nadat een onderzoek is afgerond. Andere groepjes kunnen het onderzoek overnemen (of zelfs overdoen) en met aanvullingen komen. Het resultaat is een onderzoekende houding onder alle leerlingen van de klas, waarbij heel productief gewerkt wordt.
De kaarten kunnen natuurlijk aan een tijd gebonden worden, maar dat hoeft niet. Sommige onderzoeken kunnen zo een heel jaar duren, terwijl andere na een week of zes afgerond worden. De kaarten zijn immers slechts een middel, geen doel.
Uitvoering
De onderzoekskaarten zijn in alle bekende werkvormen te gebruiken: van individueel tot in tweetallen of zelfs in hele groepjes. Maar in de praktijk blijkt het vooral goed te werken als ze gebruikt worden in een SOLE (Self Organized Learning Environment) of als klassen- en groepsproject.
Als groepsproject krijgen kinderen in groepjes van 3 of 4 een kaart toegewezen. Het is de bedoeling dat ze de vraag beantwoorden in een product (zie kopje ‘Producten’). Ze bepalen zelf wanneer ze dat opleveren, maar de leerkracht houdt hier wel controle op.
Vervolgens onderzoeken de kinderen in groepjes de kaart. Ze geven antwoord en verzamelen gegevens, wegen die met elkaar af.
Kinderen kunnen advies vragen bij klasgenoten of andere groepjes. Het staat kinderen dan ook vrij om (tijdelijk) bij een ander groepje aan te sluiten om te helpen. Ook kan het zo zij n dat een groepje kinderen vastloopt of klaar is met een onderzoek, maar een ander groepje nog mogelijkheden ziet (zoals in het voorbeeld van Colombus). Dat kan allemaal.
De resultaten worden gevangen in producten die op een zichtbare plek in de klas staan. Denk aan muurkranten, QR-codes naar presentaties, posters, werkstukken, brochures, podcasts enzovoorts. Deze producten kunnen het hele jaar aangepast worden.
Het beantwoorden van de vraag moet natuurlijk wel goed gebeuren, maar uiteindelijk steken kinderen heel veel op van onderzoek doen.
Gaandeweg kan een groepje uiteen vallen, zich opsplitsen of iemand zelfs de voorkeur geven aan een stukje alleen werken. Die mogelijkheden moeten er zijn, zolang de motieven verantwoord kunnen worden. Sommige kinderen werken nu eenmaal liever alleen dan in een groepje (wat niet wegneemt dat ze moeten leren om samen te werken). Als leerkracht houd je wederom controle.
Producten
Zoals gezegd kan, om een doel voor ogen te houden, een eindproduct het antwoord ‘vangen’. Eindproducten die kinderen kunnen presenteren zijn bijvoorbeeld:
- Een muurkrant of poster
- Een brochure of werkstuk
- Een digitale presentatie
- Een filmpje
- Een podcast
De producten kunnen in de loop van het jaar verzameld worden en als trofee dienen voor alle vragen die beantwoord zijn. Andere kinderen kunnen deze producten bekijken en beoordelen. Zo kan er verdieping plaatsvinden of zelfs aanscherping. Misschien vindt een leerling het onderzoek naar Colombus niet breed genoeg en wil het er iets aan toevoegen? Dat moet dan zeker mogelijk zijn.
Reacties uit de praktijk
“Vooral de werkwijze achter deze kaarten is leuk. Kinderen zijn enthousiast aan het werk gegaan en gaan gerust weken achtereen op in een thema. Dat levert verschillende presentaties op, waardoor kinderen echt van en met elkaar aan het leren zijn.” Juf Mirjam.
“Een groot voordeel van deze kaarten is dat ze buiten de hokjes gaan. Een thema is niet per sé aardrijkskunde óf geschiedenis, maar ken het allebei zijn. Daarmee krijgt een thema wel een ander perspectief en kinderen zien dat ook! Zo zijn twee groepjes met dezelfde kaart vertrokken (Hoe werkt wifi, red.) en tot twee totaal verschillende uitvoeringen gekomen. Echt 21e eeuwse vaardigheden. En ook nog eens helemaal gratis!” Juf Yvonne (groep 7/8).
Materiaal
Ga zelf aan de slag met onderzoek doen. Download hier de vragen in PDF of download hier de presentatie.
Hieronder komen alle vragen voorbij: